Trainer Mart van Duren weer beschikbaar voor ‘mooie club’

Deelacties:

In 2018 vertrok hij met onenigheid bij PSV, waar hij trainer was geweest van onder meer Ihataren en Sadilek. Een afscheid dat hij tot op de dag van vandaag betreurd. Toch is Mart van Duren niet iemand die achterom kijkt. Voor hem geldt: ‘een man, een man, een woord, een woord’. En als afspraken niet worden nagekomen of hij vindt dat iets niet goed gaat, zegt hij er iets van. Wordt dit niet opgepikt, dan is hij onafhankelijk genoeg om weg te gaan.

De oud-profvoetballer (55), die zijn carrière begon bij Unitas’59 en hierna uitkwam voor FC Eindhoven, PSV, Racing Jet Brussel, FC Den Bosch, FC Groningen en FC Basel, is druk met van alles en nog wat, maar momenteel niet werkzaam in de voetballerij. En dit zou hij best wel weer willen. “Naast dat ik diverse jeugdelftallen bij PSV heb getraind, ben ik ook assistent geweest van Ernest Faber bij FC Eindhoven en technisch coördinator van de regionale jeugdopleiding van PSV en FC Eindhoven. Veel met jeugd gedaan, maar ik opteer nu voor de senioren. Het voordoen van een oefening wordt wat moeilijker. Ik word toch een dagje ouder…”

Ook was Van Duren twee seizoenen hoofdtrainer bij Geldrop. “Hier ligt mijn voorkeur. Als seniorentrainer ben je toch vooral een begeleider en dit ligt me meer. Net nadat ik was vertrokken bij PSV, werd Faber hoofd jeugdopleidingen. Hij wilde me graag  terughalen, om spelers individueel te gaan trainen. Het klonk aanlokkelijk, maar uiteindelijk heb ik het toch niet gedaan. Ik sta liever voor een groep. De afgelopen jaren ben ik diverse keren benaderd door bvo’s, maar allemaal nogal ver weg van Eindhoven en ik ben toch enigszins regionaal gebonden. Ik heb hier net een nieuw huis gekocht en mijn kinderen wonen hier.”

Visie
Van Duren zegt een ‘goed gevoel’ te moeten hebben bij een club. “Ik ben zeker geen broodtrainer. Geld zegt me niet zo veel. Mijn visie moet aansluiten op die van de vereniging waar ik ga werken. Dit klinkt misschien arrogant, maar ik durf te beweren dat ik spelers beter kan laten spelen. Ook als we maar twee of drie keer in de week trainen. We moeten het samen doen en plezier hebben in het spelletje. Dan zijn we al een heel eind. Het niveau vind ik van ondergeschikt belang. Natuurlijk train ik het liefst een hoofdklasser of een ploeg in de eerste klasse, maar van belang is of de spelers gemotiveerd zijn om te presteren en iets van me willen aannemen.”

Wat hij mooie clubs vindt, is de vraag. “Nou, dan denk ik aan bijvoorbeeld Brabantia, De Valk, Nuenen en DBS. Ze spelen allemaal op verschillend niveau, maar de sfeer daar spreekt me aan. Er staat een goede organisatie, gecombineerd met moderne faciliteiten en een mooi sportpark. In mijn visie is doorselecteren een belangrijk onderdeel. Als jeugdspelers er klaar voor zijn – technisch, fysiek en mentaal – moeten ze ook een kans krijgen. Een club die die visie deelt, mag me altijd bellen!”

Optimaal
Binnen de voetballerij heef iedereen een mening over trainen, opleiden en begeleiden, zo heeft Van Duren door de jaren heen gemerkt. “Iedereen weet het beter. Er wordt vaak gezegd dat het het beste is om jonge, talentvolle spelers langer bij hun eigen club te laten spelen. Op zich een goed idee, maar dan moeten ook de beste trainers bij die vereniging aan de slag. Dit zou kunnen via de KNVB of de bvo’s. Alleen dan heeft het zin om die talenten te laten ‘rijpen’ in hun eigen omgeving. De begeleiding moet optimaal zijn.”

Volgens Van Duren is er ongelooflijk veel talent in Nederland, maar toch heb je nog altijd te maken met toevalligheden. “Als Frenkie de Jong toentertijd bij Willem II een slechte dag had gehad en was afgetest, had hij nu misschien wel bij de amateurs gespeeld. En niet bij Barcelona. Zoals ik ook geen fan ben van kunstgras. Het is prima dat je te allen tijde kunt trainen en spelen, maar kinderen moeten ook op gewoon gras spelen. Je ziet nu al van die gastjes die op kunstgras geweldig zijn, maar op gewoon gras minder goed uit de voeten kunnen.”

Zijlijn
In zijn carrière als profvoetballer (vanaf zijn achttiende, red.) heeft hij veel gezien en meegemaakt. Van Duren: “En ik heb er ook best wat van opgestoken. Als je een goede relatie met je spelers hebt, heb je al veel gewonnen. Dit geldt bij zowel de jeugd als bij volwassenen. Zelf heb ik veel geleerd van spelers als Ernie Brandts en Huub Stevens. Als ik tijdens een training wat te frivool was, schopten ze me gewoon over de zijlijn. Als trainer houd ik van verzorgd voetbal. Het is immers een kijksport. Maar ik ben zeker niet naïef. Als het nodig is, moeten ook gewoon de mouwen worden opgestroopt. Met alleen mooi voetbal win je geen wedstrijden.”

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.

Jouw reactie?


(Door Willem Jan Schampers)