Tongelre: leuke voetballers, maar nu ook een eenheid

Deelacties:

Hakim Arrabbany koos als speler niet altijd voor de meest gemakkelijke weg (lees: clubs, red.). En dit doet hij ook niet als trainer. In de kelder van het regionale amateurvoetbal probeert hij zijn kennis en kunde over te brengen aan de spelers van vijfdeklasser RKVV Tongelre. En met succes! Het voormalige lelijke eendje won inmiddels de eerste periodetitel. Zondag staat de topper tegen Puspaira op de rol.

Halverwege het vorige seizoen maakte Arrabbany een tussentijdse balans op. Hij zei toen: “Ik kan het niet maken om na één seizoen al weer te stoppen. Dit kan ik niet maken ten opzichte van de jongens die speciaal voor mij zijn gekomen, maar ook niet tegenover de club en mijzelf. Volgend jaar bestaat voetbalvereniging Tongelre een eeuw. Hopelijk zijn de sportieve prestaties dan ook wat beter.” De 39-jarige Eindhovenaar hield woord, bleef bij de club en ziet nu dat al zijn inspanningen vruchten beginnen af te werpen.

Nog maar heel kort geleden werd Tongelre serieus bedreigd met opheffing. Te weinig leden, een schrijnend tekort aan vrijwilligers en een flink gat in de begroting, brachten de roodwitten tot aan de rand van de afgrond. Gelukkig meldden zich pakweg dertig vrijwilligers om de club overeind te houden. Sportief bleef het in eerste instantie echter ondermaats. Arrabbany toonde zich bereid om de taken van Peter Coumans (naar FC Eindhoven/AV, red.) over te nemen, maar moest al snel constateren dat hij kwalitatief een magere selectie tot zijn beschikking had.

Nieuwelingen
Dit jaar moest alles anders worden en Arrabbany ging, met de beperkte middelen die hij had, op zoek naar versterkingen. Als vijfdeklasser ben je echter niet echt interessant voor spelers, zo merkte de bevlogen trainer al snel. Uiteindelijk kwamen er vier jongens bij: Antoine Wouters van Braakhuizen en Carlos Vieira, Urgan Sahan en Mitchell Jansen, die alle drie geen club hadden. “Het ligt natuurlijk niet alleen aan deze spelers, maar ze zorgen er wel voor dat het voetbal beter is geworden en dat we ook veel meer kansen creëren. Nu het scoren nog! O ja, en in de begeleiding hebben we met Maarten de Ridder een deskundige fysiotherapeut in huis gehaald.”

Arrabbany is verder zeer tevreden. Al vindt hij het wel jammer dat hij nog wat ervaring in zijn elftal mist. "Gasten die weten hoe je een wedstrijd ‘op slot’ moet gooien. Al moet ik tegelijkertijd ook zeggen dat we met Jimmy van de Schoor, Enes Krkic, Boubou Gansiry Dioum, Diallo Boubacar, Kastadin Ristovski en Carlo Viera ook enkele jongens hebben die de ploeg op sleeptouw nemen. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt. Ook over werk en studie. Dat gaat altijd voor. Het kan dus zijn dat bepaalde jongens maar één keer in de week hebben getraind, maar op zondag toch in de basis staan. Dit is goed doorgesproken met alle spelers. De acceptatie naar elkaar is perfect.”

Gelukt
Voorafgaande aan dit seizoen is met de spelers een doelstelling afgesproken: minimaal meedoen voor een prijsje. En dit is inmiddels al gelukt, want Tongelre heeft de eerste periodetitel gewonnen in de vijfde klasse D. Maar zit er nog meer in het vat? Arrabbany durft er geen uitspraak over te doen. “Natuurlijk zou dit fantastisch zijn, maar we weten waar we vandaan komen en realiseren ons dat het ook zomaar minder kan worden. Mits we ons verbeteren qua scoren, denk ik dat we geen gek figuur zouden slaan in de vierde klasse. Maar zover is het nog lang niet. De meeste teams zijn aan elkaar gewaagd, maar ik denk dat het gaat tussen De Bocht, Pusphaira en Tongelre. Laten we het hopen…”

 

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.

Jouw reactie?


(Door Willem Jan Schampers)