Kersvers Vessem-trainer Richard van de Kerkhof: ‘We willen een periode winnen en nacompetitie voetballen’

Een nieuw voetbalseizoen betekent doorgaans veel nieuwe trainers op nieuwe posities. Toch zijn er dit seizoen slechts een handjevol trainers van club gewisseld. Voetbaldier Richard van de Kerkhof is daar één van. Hij verruilde na drie seizoenen Maarheeze voor een nieuw avontuur bij vierdeklasser VV Vessem. “De slogan van Vessem luidt: Voetbal is genieten, en daar sluit ik mij volledig bij aan.”

(Door Nick Dierckx) Maar zo voor de hand liggend was de keuze van Van de Kerkhof niet. “Op 30 december vorig jaar kreeg ik een telefoontje van Hans van Diessen. Of ik bij Vessem op gesprek wilde komen. In het begin wist ik niet eens waar Vessem ligt. Ik had er nog nooit van gehoord want ik kom niet uit de regio. De volgende dag hebben we een gesprek gehad en tussentijds belde ik een aantal oud-trainers om te vragen wat het voor club is. Iedereen was enthousiast over Vessem.”

Het gesprek op de dorpsclub bezorgde Van de Kerkhof direct een goede indruk. “Met name het technische kader maakte een goede indruk op mij. Daarna zijn er gesprekken geweest met de spelersraad en de overige staf en die maakten ook een goede indruk op mij. Van beide kanten was er een goed gevoel, dus zijn we samen de uitdaging aangegaan.”

Andere opties
Vessem was niet de enige club die in de race was voor zijn handtekening. “Ik had bij Maarheeze na drie jaar te kennen gegeven dat ik weg zou gaan. Dan ga je als trainer oriënteren en kijken welke posities er vrijkomen. Maar door corona zijn er weinig trainers weggegaan bij hun huidige clubs. Toch ben ik bij drie clubs (voor Vessem, red.) op gesprek geweest. Maar ik vind dat je bij de club en het gesprek een gevoel met hebben. Bij geen van die clubs had ik meteen het gevoel van dit wil ik.”

Bij Vessem kreeg Van de Kerkhof wél direct die goede eerste indruk die zo belangrijk is. Dat merkte hij ook tijdens de aanvang van het lopende seizoen. “Tijdens de trainingen en wedstrijden wordt er gas gegeven, maar naderhand drinken we met z’n allen een drankje in de kantine. Ik merkte meteen dat de selectie een hechte groep is, iets wat vaker voorkomt bij een echte dorpsclub. Ik werd als trainer in de groep en ook door de supporters meteen goed opgenomen. Ik kwam terecht in een warm bad, waarbij iedereen na de wedstrijden blijft hangen. Dat zijn de charmes van een dorpsclub. De slogan van Vessem luidt: voetbal is genieten, en daar sluit ik mij volledig bij aan.”

Verandering
Op het veld is er het nodige veranderd na de aanstelling van Van de Kerkhof. Er waait een frisse wind over sportpark De Lille. “Laat ik vooropstellen dat Waldo (van den Besselaar, red.) de afgelopen vijf jaar uitstekend werk heeft verricht. Hij zat er niet voor niets vijf jaar. Het is niet makkelijk om een trainer op te volgen die ergens zo lang heeft gezeten. Daarom heb ik ook aan de spelersgroep gevraagd wat voor trainer ze zoeken. Zij gaven mij de antwoorden waarin ik mezelf als trainer herkende. Waldo en ik zijn totaal andere trainers. Hij is iets rustiger langs de lijn, ik ben meer aanwezig.”

Ook in de speelstijl van de Vessemnaren is het nodige veranderd. “Elke trainer heeft een bepaalde manier van spelen. Ik heb mijn speelstijl gepresenteerd bij de club. Wat verwacht ik van iedereen, hoe zie ik het spelletje. Daarover voer ik gesprekken met de spelers en we trainen erop. Dat loopt hartstikke goed, alleen het is net wat anders dan vorig jaar. Met een iets hogere intensiteit en focus op vroeg drukzetten.”

Ambitieus
De afgelopen seizoenen draaide Vessem bovenin de vierde klasse mee. De doelstelling voor dit seizoen lijkt dan ook duidelijk, al houdt Van de Kerkhof een slag om de arm. “Er kan maar één club kampioen worden. Clubs als Bergeijk en Spoordonkse Boys zitten ook in de competitie en dat zijn prima teams. Daarnaast gaat Waalre als outsider ook een heel eind komen. Natuurlijk willen we kampioen worden, maar dat is niet het doel dat we hebben gesteld. We willen een periode winnen en daardoor nacompetitie voetballen. Vergeet niet dat Vessem nog nooit in de derde klasse heeft gevoetbald.”

“Ik moet daarbij wel zeggen dat we momenteel een goede lichting hebben. We hebben een kern van zeventien of achttien spelers die zo in het eerste kunnen voetballen. Op het moment is nog niet iedereen fit, maar de meesten keren langzamerhand terug. We hebben gelukkig wel de mogelijkheden om mensen te vervangen. Natuurlijk kan ik er geen zeven missen, maar als er twee of drie niet bijzijn, hebben we voldoende vervangers in te passen.”

Als trainer heeft Van de Kerkhof de afgelopen jaren zijn ambities bijgesteld. “Het mooiste is natuurlijk om fulltime in het profvoetbal te werken. Ik ben een echt voetbaldier en doe er alles voor. Maar in dat wereldje is het altijd afwachten. Het is een totaal andere wereld als het amateurvoetbal. In de afgelopen jaren heb ik ook gemerkt dat ik een gevoelsmens ben. Ik vind het leuk om iets te presteren of te kunnen halen met een dorpsclub.”

Profvoetbal
aast het hoofdtrainerschap bij Vessem houdt Van de Kerkhof zich ook bezig met de jeugd van NAC Breda. Bij de Onder-18 van de geelzwarten is hij assistent-trainer van Rogier Molhoek, met wie hij eerder bij Brabant United (voorloper van de jeugdopleiding van FC Den Bosch) samenwerkte. Van de Kerkhof viel afgelopen zaterdag in voor Molhoek en maakte zodoende zijn debuut als hoofdtrainer van de Onder-18 van de Bredanaars (1-2 winst), die op het tweede niveau van Nederland in hun leeftijdsklasse uitkomen. Dat is een klasse onder bijvoorbeeld PSV, Ajax en Feyenoord. “Het niveau ligt daar hoger, maar dat is ook normaal want ze trainen vijf keer in de week. Het is af en toe even schakelen tussen Vessem en NAC, maar ik heb daar geen problemen mee.”

Zelf heeft Van de Kerkhof ook op aardig niveau gevoetbald. Zo voetbalde hij onder meer in de standaardelftallen van Mierlo Hout, Blauw Geel ‘38 en Gemert. “Het heeft zeker voordelen. Als je als trainer iets voor kunt doen, is dat denk ik belangrijk voor een spelersgroep. Spelers vinden het prettig als ik bijvoorbeeld een pass- en trapoefening voordoe of uit kan leggen wat voor loopactie ze moeten maken. Als je als trainer nooit hebt gevoetbald, kan het lastig zijn om technische zaken over te brengen.”

Zoals Van de Kerkhof aangaf, werd hij bij Vessem warm ontvangen. Een voordeel van een dorpsclub, vindt hij zelf. “Het is daar gemoedelijker en hechter. De omgang met elkaar is fijn, zowel met supporters als tussen de jongens onderling. En er zijn echte clubmensen. Neem bijvoorbeeld mijn assistent-trainer Gijs Leermakers. Ik ben superblij met hem. Ik heb bij geen enkele club meegemaakt dat een assistent er dinsdag, donderdag en zondag was. Als iemand drie keer aanwezig is, kun je ook sparren met elkaar en durf je eens iets uit handen geven. Gijs is een goede gast die goed in de groep ligt. Iemand met een hart voor de club.”

Van de Kerkhof erkent wel dat het niveau in de dorpen soms lager kan liggen. “De kwaliteit is soms wat minder in vergelijking met een club in de stad, omdat daar meer transfers plaatsvinden. Al wordt bij Vessem ook wel eens aan spelers getrokken. Neem bijvoorbeeld Marijn van Rooij. Ik durf wel te zeggen dat hij één van de betere keepers in de Kempen is. Daar hebben ze een aantal keer aan getrokken, maar hij vindt het heerlijk om in Vessem bij zijn vrienden te spelen. Spelers zullen Vessem niet snel verlaten voor een andere club.”

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.