Hoeveel punten volstaan voor rechtstreekse handhaving?

De tweede seizoenshelft is voor vele ploegen inmiddels in gang gezet. Zo stonden er gisteren voor de klasse met dertien en veertien ploegen speelronde twaalf op het programma en werd er in de overige klassen (op 4e Klasse C en E na) ingehaald.

(Door Peter Bussers) Dit betekent dat we bijna op de helft van de competitie zitten en er bij verschillende verenigingen ‘natuurlijk’ ook al met een schuin oog naar de degradatieregeling wordt gekeken.

Het vraagstuk hoeveel ploegen er degraderen en hoeveel ploegen er de nacompetitie ingaan blijft eigenlijk het gehele seizoen bestaan. Bij aanvang van de competitie maar ook zeker gedurende het seizoen wanneer een ploeg wederom heeft verloren en de degradatiezone nadert. De angst begint dan al licht toe te nemen en misschien ook wel terecht.

Sta je namelijk tijdens de helft van het seizoen in de onderste regionen dan is het zeker met de degradatieregeling van de laatste jaren moeilijk om daar weg te komen ook al behaal je enkele overwinningen op rij. Een nederlaag zorgt er namelijk vaak weer voor dat je opnieuw in de gevarenzone komt te staan. Natuurlijk zijn er altijd enkele uitzonderingen op de regel zoals  vorig seizoen bij Oirschot Vooruit.

Oirschot Vooruit
Oirschot Vooruit begon het seizoen allerbelabberdst met drie nederlagen en twee gelijke spelen. Er werd gelijkgespeeld tegen MVC’19 en Hoogeloon die aan het einde van het seizoen zouden degraderen. De eerste overwinning boekte het op 6 november toen het bij eveneens latere degradant RPC met 4-6 werd gewonnen. De daaropvolgende vier wedstrijden leverden echter maar twee punten op waardoor het de eerste seizoenshelft afsloot met een teleurstellende elfde plaats waarbij het slechts drie punten meer had dan de nummer laatst Rood Wit V en twee punten meer dan nummer voorlaatst MVC’19.

Na de winterstop begon Oirschot Vooruit direct weer met een nederlaag en zag het  concurrent Hoogeloon wel winnen. Maar vanaf begin februari verbaasde Oirschot Vooruit vriend en vijand. Het won bij de latere kampioen Valkenswaard (0-1) en wist in de resterende twaalf wedstrijden nog tienmaal te winnen. Verder speelde het eenmaal gelijk en verloor het nog maar één keer. Oirschot Vooruit speelde zich logischerwijs vrij, sloot het seizoen af met een zesde plaats en mocht de nacompetitie in voor promotie. Zoals je ziet… kan het dus wel.

Degradatieregeling
Hoe ziet de degradatieregeling er voor dit jaar uit? Eigenlijk heel simpel. In de 3e en 4e Divisie zullen er twee ploegen degraderen en zullen er twee ploegen de nacompetitie in moeten voor klassenbehoud. Deze regeling is ook van toepassing op de 4e Klassen behalve dan de 4e Klasse C. De 4e Klasse C bestaat namelijk maar uit elf ploegen, hierdoor degradeert alleen de nummer laatst en zullen de nummers negen en tien de nacompetitie in moeten.

In 1e t/m 3e Klasse zullen eveneens twee ploegen rechtstreeks degraderen en zullen er maar liefst drie ploegen de nacompetitie in moeten. Wanneer in een competitie twee of meer teams door een gelijk aantal wedstrijdpunten in aanmerking komen voor een kampioenschap, (overnemen van een) periodekampioenschap, een rechtstreekse promotie, herkansingsplaats of een rechtstreekse degradatie, dan is het doelsaldo beslissend.

Sportclub’25 en Nijnsel
Hoewel we dus nog niet op de helft van de competitie zitten kunnen we misschien al wel stellen dat het voor Sportclub’25 en Nijnsel een heel karwei zal gaan worden om zich te handhaven.

Het Limburgse Sportclub’25 staat momenteel in de 1e Klasse F op een laatste plaats met slechts twee punten uit elf wedstrijden. Vorig seizoen pakte Sportclub’25 nog de titel in de 2e Klasse F na een sterke eerste seizoenshelft. Sportclub’25 pakte toen achtentwintig punten uit elf wedstrijden.

In de tweede seizoenshelft draaide het team een stuk wisselvalliger maar desondanks kwam het kampioenschap nooit in gevaar. De laatste negen wedstrijden leverden overigens wel vier nederlagen op. Dit seizoen wist de promovendus nog geen één duel te winnen en pakte het alleen een punt tegen de concurrenten Someren (nr 12) en SHH (nr 10).

Momenteel bedraagt de achterstand op de nummers elf en twaalf reeds zes punten en staat het al negen punten achter op SHH. Op de veilige achtste plaats van Chevremont staat het momenteel al dertien punten achter. Een zorgelijke situatie dus voor Sportclub’25 dat de minst productieve ploeg is en de meeste doelpunten heeft moeten incasseren.

Voor Sportclub’25 breekt er nu een enorme belangrijke periode aan. In de komende twee maanden zal het namelijk zeven wedstrijden spelen waaronder wedstrijden tegen de nummers acht (Chevremont), negen (BSV Limburgia), elf (RKSV Minor) en twaalf (Someren).

Voor derdeklasser en eveneens promovendus Nijnsel lijkt het er allemaal nog slechter uit te zien zeker na afgelopen zondag toen het verloor bij de toen nummer tien Hoogeloon.

Nijnsel behaalde net als Sportclub’25 tot nu toe slechts twee punten maar had daar wel een wedstrijd meer voor nodig. Nijnsel pakte haar eerste punt in speelronde drie tegen de amateurs van PSV. Nijnsel kwam in de tweede helft zelfs op een 3-1 voorsprong maar wist deze niet vast te houden. Vlak voor tijd wist PSV de gelijkmaker te produceren.

Het tweede punt pakte Nijnsel ook in een thuiswedstrijd tegen concurrent Rood Wit V. Ook in dat duel nam Nijnsel een voorsprong maar werd het uiteindelijk nog 1-1.

Nijnsel is net als Sportclub’25 de minst productieve ploeg en kreeg na Rood Wit V de meeste doelpunten tegen. Vooral in haar laatste vijf wedstrijden regende het doelpunten. Nijnsel kreeg telkens minimaal drie doelpunten tegen en in totaal negentien.

Nijnsel, dat in de komende vijf wedstrijden de nummers twee (Gestel), drie (PSV) en vijf (Beerse Boys) zal treffen, staat momenteel vier punten achter op de nummer voorlaatst Rood Wit Veldhoven maar heeft reeds acht punten minder dan de nummer twaalf (nacompetitieplek) DBS dat ook nog eens een wedstrijd minder heeft gespeeld. De achterstand op de veilige negende plek van Braakhuizen bedraagt al twaalf punten.

Nacompetitie ontlopen
Een nacompetitieplek lijkt dus het hoogst haalbare voor zowel Sportclub’25 als Nijnsel. De vraag is nu ook meteen hoeveel punten heb je eigenlijk nodig om de nacompetitie te ontlopen?

Na wat research te hebben gedaan blijkt dat je, in een klasse van 14 ploegen, gemiddeld tussen de 31 en 34 punten nodig hebt om je veilig te spelen. Natuurlijk zijn ook daar weer uitzonderingen op. Zo werd derdeklasser DVG uit Liempde in het seizoen 2021-2022 negende met een puntenaantal van 25. En zo zijn er echt nog wel meer voorbeelden te noemen.

Daarentegen is er in de laatste vijf jaar ook een ploeg gedegradeerd met 33 punten wat vooral te maken had met een versterkte degradatieregeling. De nummer negen moest toen namelijk ook de nacompetitie in. Dit ging toen om vierdeklasser SVC uit Standdaarbuiten. SVC werd toen direct in de eerste ronde van de nacompetitie uitgeschakeld door Neerlandia’31 en degradeerde dus als nummer negen naar de 5e Klasse.

Ook de nummers negen PSV/av en VOW moesten vorig seizoen (versterkte degradatieregeling), met een aantal van 33 punten de nacompetitie in. In tegenstelling tot SVC waren PSV/av en VOW daar wel succesvol in. Gelet op de historie moet 34 punten in ieder geval genoeg zijn om veilig te spelen en nacompetitie te ontlopen.

Datzelfde puntenaantal geeft ook zekerheid op handhaving in een klasse met 13 ploegen. Kijkt men naar de historie dan heeft de nummer acht tussen de 28 en 33 punten nodig. In het seizoen 21-22 had toen derdeklasser Ysselsteyn zelfs genoeg aan 26 punten. Vorig seizoen behaalde tweedeklasser WSC, dat achtste werd, 33 punten. Daarmee had het evenveel punten als de nummer negen Rijen dat de nacompetitie in moest en daarin sneuvelde.

In een klasse met twaalf ploegen heb je gemiddeld 25, 26 punten nodig om nacompetitie te ontlopen. Zoals ook in de klassen met 13 en 14 ploegen heb je daar uitzonderingen op. Hiervoor moeten we overigens wel ver teruggaan want vanaf het seizoen 2013-2014 bestonden de klassen uit dertien of veertien ploegen.

In het seizoen 2012-2013 sloten Lepelstraatse Boys, Nooit Gedacht, Heythuysen en FC Schadewijk af met een (veilige) achtste plaats en 22 punten.

Vierdeklasser Buren moest vorig seizoen (versterkte degradatieregeling) als nummer acht en met 23 punten nog wel de nacompetitie in maar wist deze te overleven. Ook Dussense Boys (nr acht en 25 punten) moest de nacompetitie in maar degradeerde. Het was de eerste keer dat een ploeg met 25 punten de nacompetitie in moest. Gelet op de historie moet 26 punten in ieder geval genoeg zijn om veilig te spelen en nacompetitie te ontlopen.

Hieronder de standenlijsten van de onderste regionen 1e t/m 4e klasse

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.