Het verhaal RBC Roosendaal: van eredivisie naar de kelder in het amateurvoetbal (Deel 2)

Deelacties:

Peter Bussers heeft een artikel gemaakt over voetbalclub RBC Roosendaal.
De roemruchte club die eens eredivisie speelde werd door de KNVB teruggezet naar de vijfde klasse in het amateurvoetbal wegens het uitgesproken faillissement in 2009. Het uitgebreide en indrukwekkende verhaal wordt in drie delen gepubliceerd.

Hieronder het tweede deel over de vastberaden club die de ambitie heeft om snel terug te keren naar het betaald voetbal.

‘Ik worstel en kom boven’ (Deel 2)
Daags na het onherroepelijk geworden feit dat RBC Roosendaal failliet was verklaard en de Stichting er definitief vanaf zag  (of moest zien?) om een doorstart te realiseren stond Noud Bominaar op. De coördinator van de jeugdopleiding wilde en kon zich maar niet neerleggen bij de dood van een bijna 100-jarige. In zijn beleving was RBC niet dood, hooguit schijndood, lag in een zeer diepe coma of iets dergelijks, maar zou gereanimeerd kunnen worden. Met een aantal gelijkgestemden werd in een aantal praatsessies bekeken of dat daadwerkelijk mogelijk zou zijn. Mensen van de voormalige, als zeer goed bekend staande jeugdopleiding speelden een zeer belangrijke rol in het moeizame traject dat moest leiden naar de terugkeer van RBC. De wapenspreuk ‘Ik worstel en kom boven’ weliswaar uit het wapen van de provincie Zeeland was volledig op RBC van toepassing.

Geen RBC meer….dat kan en mag niet
Reeds op 20 juni 2011 was er een bijeenkomst van meerdere mensen, die het niet konden verkroppen, dat RBC niet meer zou voortbestaan. De groep bestond uit leden van de commissie Historie en Archief. Nogmaals kwam natuurlijk de vraag op tafel hoe dit toch zomaar kon gebeuren. Iedereen zat nog met een groot aantal vragen. “Waarom is er nooit met anderen binnen de club gesproken over de zeer slechte financiële positie van RBC? Waarom is er vorig jaar gestopt met de actie ‘Samen voor RBC Roosendaal’? Waarom is er nooit geanticipeerd op een eventuele degradatie, faillissement of zelfs opheffing van RBC en waarom zijn er geen plannen voor een eventuele doorstart? Wat is de rol van de Raad van Commissarissen en het Stichtingsbestuur? Wat heeft zich precies afgespeeld tijdens de laatste tien dagen? Wat heeft zich afgespeeld op de zogenaamde ‘reddingsbijeenkomst’ op dinsdagavond 14 juni 2011? Wat beheerde het Stichtingsbestuur nu precies en wat gaan ze nu verder doen?” Tientallen vragen, waar men wel een antwoord op wilde hebben. En dan was er nog de allerbelangrijkste vraag: “Leggen we ons zomaar neer bij het schijnbaar definitieve einde van RBC of hebben we nog de wil en de intentie om uit de schijndood op te staan en aan een nieuw leven te beginnen?”

Besloten werd om op een volgende bijeenkomst deze vraag te gaan beantwoorden. Voor deze, voor RBC belangrijke bijeenkomst op maandag 27 juni 2011 in Het Veerhuis te Oud Gastel, werden allerlei (oud) RBC’ ers uitgenodigd. Positief was, dat er nog een Stichting was die de naam, de clubkleuren, de plaats Roosendaal en de historie beheerde. De leden van de commissie ‘Historie en archief’ wilden in grote meerderheid doorgaan met hun activiteiten en ook bestond de Supporters Vereniging nog.

Aan de hand van een powerpoint presentatie werd gesproken over te ondernemen acties en over het opstellen van een tijdpad. Belangrijkste onderwerp van gesprek was uiteraard of een doorstart wel financieel haalbaar zou zijn. Bij de KNVB zou navraag gedaan worden of ingestroomd kon worden in de Eerste Klasse, want dat zou de weg naar boven aanzienlijk verkorten. Een aantal praktische zaken, waaronder het zoeken van een geschikte locatie, dienden met de gemeente besproken te worden. Er moesten sponsors benaderd worden en belangrijk was om te weten of een nieuwe vereniging na een doorstart nog te maken zou kunnen krijgen met de schulden van de failliete NV. Het opzetten en invullen van het totale organigram kreeg uiteraard veel aandacht.

Opnieuw tegenwerking van de KNVB
Met de KNVB liepen de contacten meteen al niet lekker. Die zagen een bijeenkomst in eerste instantie niet zitten. Voor de KNVB was het al snel duidelijk dat RBC in het seizoen 2012-2013 diende te starten in de Vijfde Klasse. De KNVB toonde wel begrip, maar meldde dat men zich aan de reglementen hield en dat er geen uitzonderingen gemaakt konden worden. Wel meldde de KNVB dat er bij een eventuele doorstart geen financiële ellende zou volgen vanuit de failliete NV. Het eeuwfeest kon volgens de KNVB gewoon doorgaan omdat het ‘sabbatical year’ gewoon bij de voorgaande 99 jaar geteld mocht worden. De werkgroep was zeer teleurgesteld in de houding van de KNVB, want alle hoop was gevestigd op een doorstart in de Hoofdklasse. Een regelrechte domper op de positieve plannen. Toch wilde de ‘Werkgroep Doorstart’ zo snel mogelijk verder met de ambitieuze plannen.

Bestuurslid Paul Kuipers: “Op 4 juli 2011 was er al weer een bijeenkomt in Het Veerhuis te Oud Gastel. Het doel van deze avond was structuur aanbrengen in de te ondernemen stappen en de te leggen contacten. Er moest duidelijk afgesproken worden wie wat ging doen en hoe er teruggekoppeld moest worden. ’Regie’ en ‘coördinatie’ werden sleutelwoorden. Er diende een voorlopige werkgroep te worden geformeerd, de taken moesten verdeeld worden en er diende een tijdpad opgesteld te worden. Ook werd de voorbereiding opgestart om de achterban bij te praten: de commissie ‘Historie en Archief’, de Supporters Vereniging, de sponsoren, de voetbalopleiding en de Stichting RBC Roosendaal.”

RBC zal herrijzen!!
Op 5 juli 2011 kwamen vervolgens Theo Kras, Pierre van Oosterhout, Vincent van Son en Noud Bominaar bij elkaar. Diverse zaken werden deze avond duidelijk.
- de NV RBC Roosendaal was failliet en de Stichting RBC Roosendaal bestond nog;
- de proflicentie van RBC Roosendaal en de status van betaald voetbal organisatie zouden per 1 augustus 2011 verloren gaan;
- de historie, de clubnaam, het logo en de locatie (Roosendaal) zouden overgaan van de Stichting naar de vereniging;
- de termijn, waarbinnen de inschrijving in de Hoofdklasse voor het seizoen 2011-2012 diende te worden gerealiseerd, bleek te kort om op een verantwoorde manier een doorstart te kunnen maken.
- Er zou een ‘Commissie Onderzoek Doorstart RBC’ van drie of vier personen moeten worden gevormd, die ervoor diende te zorgen dat de contacten met de KNVB intensief onderhouden werden en dat er met de gemeente over een accommodatie gesproken zou worden. Verder moest er een sponsorplan opgesteld worden en beslist worden met hoeveel teams er opgestart zou worden. De aanwezigen waren aan het eind van de bijeenkomst euforisch over de plannen en resultaten van het overleg en vertrouwden de volgende (informele) doelstelling toe aan het papier: “RBC zal herrijzen. Het kan kort of lang duren, maar eens zullen we weer als een betaald voetbal organisatie op het veld staan! Eens Oranje, Altijd Oranje!”

Er moesten heel wat stappen ondernomen worden. Een brief ging naar de KNVB met het verzoek om op een zo hoog mogelijk niveau in te mogen stromen in het seizoen 2012-2013. Afhankelijk van het antwoord van de KNVB werd er al een beroep voorbereid tegen die plaatsing met behulp van juristen. Wederom was er een gesprek met de gemeente Roosendaal over een accommodatie. De pers moest worden ingelicht en de eigen website diende operationeel te worden. Subgroepen werden samengesteld voor sponsorzaken, de voetbalopleiding, supportersactiviteiten, de begroting, het zoeken van geschikte bestuursleden, het opstellen van statuten en een huishoudelijk reglement, een oprichtingsvergadering voor de nieuwe vereniging, het aanschaffen van materialen en de voorbereiding van het eeuwfeest.
Hoofdklasse een utopie
Op 27 juli werd de oud-voorzitter van het KNVB-district Zuid 1, de heer Lout Haverman,  voor een gesprek uitgenodigd. Hij was ook lid van de commissie clubondersteuning. De heer Haverman gaf aan dat een seizoen stil liggen consequenties zou hebben voor het niveau waarop kon worden ingestroomd. Dit omdat de Hoofdklasse bestond uit veertien clubs en ook omdat de promotie/degradatieregeling voor het seizoen 2011-2012 al vastgesteld was. Hij verwachtte dat de KNVB nooit goed zou keuren dat er een vijftiende club aan de Hoofdklasse zou worden toegevoegd. Dit zou nooit in het speelschema ingepast kunnen worden. Volgens hem was de enige reële kans als er een Hoofdklasser zou ophouden te bestaan of dat RBC een fusie aanging met een andere club uit de Hoofdklasse.

De Supporters Vereniging RBC Roosendaal kwam op 3 augustus 2011 met een officiële Intentieverklaring Doorstart RBC. Hierin stond dat de SV RBC Roosendaal zou blijven voortbestaan en dat ze zich zou blijven inzetten voor de RBC-supporters door ook in het seizoen 2011-2012 de jaarlijkse activiteiten te blijven organiseren. Dit om de binding met de achterban zo sterk mogelijk te houden tijdens een seizoen zonder een actief eerste elftal.

Ook zou de SV RBC Roosendaal zich volledig inzetten voor een doorstart van RBC, middels het aanleveren van vrijwilligers, het eventueel uitvoeren van bestuurlijke taken en het verzorgen van financiële steun middels de inzet van commerciële uren. De SV RBC Roosendaal steunde ook het plan om het 100-jarig bestaan van RBC feestelijk te vieren.

5e Klasse maximaal haalbare
In een gesprek op 8 augustus 2011 met vertegenwoordigers van de KNVB werd wederom geaccentueerd dat RBC een doorstart zou moeten maken in de Vijfde Klasse. Op  22 augustus werd door de districtsmanager Zuid 1, de heer M. van Berkum, meegedeeld dat dit besluit ook genomen zou worden, omdat formeel sprake was van een nieuwe vereniging, die verzocht om toegelaten te worden door de KNVB. Daarop was het reguliere regime van toelatingsvoorwaarden van toepassing. Daaronder viel ook de instroom in de laagste klasse.

Het bestuur van het District Zuid 1 zag geen ruimte om een uitzondering op die voorwaarden te maken. RBC vocht deze beslissing weer aan en stuurde op 31 augustus 2011 een beargumenteerde brief naar het bestuur Sectie Amateurvoetbal KNVB in Zeist en eiste alsnog toelating tot de top van het amateurvoetbal in het seizoen 2012-2013.

Michael van Praag werd zelfs persoonlijk benaderd. Het antwoord op deze brieven liet lang op zich wachten en op 20 september werd een nieuwe brief naar Zeist gestuurd met daarin dik gedrukt  ‘Staan de reglementen en statuten van de KNVB een terugkeer als vereniging in het amateurvoetbal op een zo hoog mogelijk niveau toe? Zo ja: welke weg dienen we te bewandelen om dit te realiseren?’ Op 22 september kwam eindelijk het officiële antwoord van de KNVB. Er kon geen gehoor gegeven worden aan het verzoek van RBC om een doorstart te mogen maken in de Hoofdklasse van het amateurvoetbal met ingang van het seizoen 2012-2013. Het eerste elftal van RBC zou worden ingedeeld in de laagste klasse van het amateurvoetbal!

Om te voorkomen dat de KNVB later RBC af zou rekenen op procedurefouten, werd op 4 oktober 2011 per aangetekende brief bezwaar aangetekend tegen de uitspraak van de KNVB dat RBC in de Vijfde Klasse diende uit te komen. Ondanks deze brief was oud voorzitter Theo Mangnus al ter ore gekomen dat de Reglementscommissie het verzoek om te onderzoeken of de regels en statuten van de KNVB een doorstart van RBC op hoog niveau toe zouden laten, niet ontvankelijk verklaard had. De officiële bevestiging werd op 21 oktober ontvangen. RBC ging er vanaf dat moment, met fikse tegenzin, van uit dat er een doorstart in de Vijfde Klasse gemaakt moest worden, maar wilde dit doen met een begroting zoals die bij een topamateurvereniging gebruikt werd. De stap naar de rechter zou 15.000 euro kosten en werd afgeblazen. De commerciële zaken werden bestempeld als ’van levensbelang’. Jos Hermsen reageerde positief op het verzoek om voorzitter te worden, Stefan Vogelaars werd benaderd om penningmeester te worden en de verdere invulling van de bestuursfuncties kon gaan geschieden. Het organigram was ook in concept klaar en het volgende heikele punt diende opgelost te worden: waar gaan we volgend seizoen spelen?

Waar te spelen en te trainen
Via een Nieuwsbrief kon op 28 oktober 2011 gemeld worden dat er officieel gestart was met de voorbereidingen op het seizoen 2012-2013. Voor het einde van 2011 zou de Stichting RBC Roosendaal omgevormd worden tot de vereniging RBC. Als wedstrijdlocatie bleef het stadion de voorkeur hebben, maar de gemeente had daar voorlopig niets over te zeggen, omdat het nog bij de curator lag. Tegenslag was er op sponsorgebied. Sponsors hadden weinig interesse in de Vijfde Klasse. Het leek erop dat het streefbedrag nog niet voor de helft gehaald kon worden. Eric Lankers, jurist en één jaar met RBC spelend in de Eredivisie, werd in de arm genomen. Hij ontving alle beschikbare stukken. Hij ging onderzoeken hoeveel procent kans RBC zou maken als er alsnog een proces tegen de KNVB zou worden aangespannen, maar al op 16 november raadde het advocatenbureau waarmee hij in zee gegaan was, een gang naar de rechter af. Hun oordeel: “Geen schijn van kans! De Stichting RBC Roosendaal is en was geen lid van de KNVB.”

Het bestuur van de vereniging RBC begon gestalte te krijgen. Naast voorzitter Jos Hermsen werd Noud Bominaar tijdelijk secretaris, Eric Hellemons technisch manager, Martin Vos bestuurslid commerciële zaken en Erik Lankers bestuurslid juridische zaken. Theo Kras en Theo Mangnus ondersteunden het voorlopige bestuur, dat volop in gesprek ging met diverse partijen over de accommodatieproblemen. Aleco Sport Visions was bereid om hun ruimtes met RBC te delen, maar met korfbalvereniging Keep Fit was geen zaken te doen.

De voorlopige conclusie was dat RBC op Vierhoeven de beschikking zou kunnen krijgen over een wedstrijdgrasveld en anderhalf grasveld naast het kunstgrasveld. Als het eerste elftal op Vierhoeven zou gaan trainen, kon RBC beschikken over een veld en een kleedlokaal, maar er was geen accommodatie beschikbaar die als kantine dienst kon doen. Met BSC werd onderhandeld over meer kleedlokalen. Met Roosendaal en DVO ’60 werden gesprekken gepland en ook met de gemeente wilde men overleg over het Red Band Sportpark. Er dienden nog heel wat obstakels overwonnen te worden.

De oprichtingsakte voor de ‘Stichting De Businessclub RBC’ werd in concept opgemaakt. Deze Stichting had het vormen van een groep financiële begunstigers van de in Roosendaal te vestigen voetbalvereniging RBC ten doel. Het zou bij deze concept akte blijven. Aan maar liefst 575 bedrijven werd schriftelijk om steun gevraagd. Hen werd verzocht lid te worden van de ‘Club van 500’ en dit bedrag te storten op naam van RBC’s Businessclub De Oranje Leeuwen. Er was minstens 100.000 euro nodig voor de aanloop- en oprichtingskosten. Paul Kuipers: “Het plan was om vóór het einde van 2011 de Stichting RBC Roosendaal op te heffen en de vereniging RBC op te richten. Daartoe moest de nieuwe vereniging echter wel over 50 leden beschikken, maar voorlopig waren dat er nog maar 29! Daarom werd er een ledenwerfactie opgezet onder het motto: “Wie wil er ook geschiedenis schrijven?”

Omdat het lidmaatschap van twee verenigingen toegestaan is, werd het aantal van 50 leden toch nog vrij gemakkelijk gehaald. Robert Maaskant werd het 50ste lid. Tevens werd aan prominente ex-RBC-ers gevraagd om als ambassadeur van de nieuwe vereniging op te treden: Cees Vermunt, Jan van Gorp, Pierre van Hal, Henk van de Ven, Gerrie Voets, Pierre van Hooijdonk, Robert Maaskant, Eric Hellemons, Rob Penders en Henk Vos. Op 2 december werd de vereniging RBC bij notariskantoor Tummers te Wouw officieel heropgericht en konden er interviews met de pers plaats vinden. Uiteindelijk waren er op dat moment 73 leden en 20 sponsoren. De missie ‘Doorstart’ was voltooid.”

RBC komt terug, is terug
Boven de eerste nieuwsbrief prijkte trots de kop ‘RBC komt terug!’ In deze nieuwsbrief stond het werven van nieuwe leden centraal, omdat er nu eenmaal geld binnen moest komen. In eerste instantie waren dat niet-spelende leden, oftewel begunstigers. Voor hen was de contributie 75 euro. Ook werd de officiële oprichtingsavond aangekondigd. Op deze avond, zou de visie en doelstelling van de nieuwe vereniging worden besproken, alsmede de procedures, de elftallen, de accommodatie, de commerciële zaken, de begroting en de organisatie.

Op 9 december 2011 was het zo ver en vierde RBC dat de formele vereisten om een doorstart te kunnen maken afgerond waren met een oprichtingsavond in eetcafé De Tuin in de Molenstraat. Bestuursleden, ambassadeurs, sponsoren en plannen werden gepresenteerd en de afsluiter van de avond was een speech van ex-trainer Robert Maaskant. De opkomst was met circa 150 aanwezigen groot. Om de interactie met de achterban te vergroten werd er een profiel aangemaakt op Facebook, Twitter en Linkedin.

Op 23 december 2011 werd bij de Kamer van Koophandel officieel geregistreerd, dat de Stichting RBC Roosendaal op hield te bestaan. Het erfgoed van de voormalige Roosendaalse (betaald) voetbal organisatie RBC (Roosendaal Boys Combinatie) werd overgedragen aan de vereniging RBC.

Keuze voor 4e of 5e Klasse
Op de eerste vergadering op 3 januari 2012, waarop de nieuwe slogan ‘RBC LEEFT!’ werd gepresenteerd,  moest worden vastgesteld, dat er nog veel werk aan de winkel was. Er was nog steeds geen reële begroting en de financiële situatie was nog verre van rooskleurig, omdat sponsors twijfelden met het geven van toezeggingen. Met betrekking tot het dispensatieverzoek bij de KNVB om toch nog in de Hoofdklasse te mogen starten kwam definitief duidelijkheid. De KNVB veegde alle argumenten van RBC van tafel en RBC zag af van een officieel dispensatieverzoek. Unaniem werd hierna besloten om nu een zaterdagclub te worden, omdat daar in de Vierde Klasse gestart kon worden en zodoende eigenlijk de eerste promotie al binnen was. De Supporters Vereniging was daar echter niet blij mee en uitte dat in een gesprek met het bestuur van RBC. Na een peiling van de mening van de supporters werd alsnog besloten om in te schrijven in de Vijfde Klasse van het zondagamateurvoetbal. Belangrijkste argument was toch wel het feit dat er dan heel wat aantrekkelijke derby’s in het verschiet lagen. Met betrekking tot de accommodatie werd er gesproken met Roosendaal, maar daar kon alleen van het kunstgrasveld gebruik gemaakt worden. Gezien het gebrek aan sfeer op het veld, de afstand met de te plaatsen units en het gebrek aan een zittribune leek deze keuze geen beste optie. Alles centraal regelen met DVO ’60 bleef een goede mogelijkheid, maar  heel de club onderbrengen op Sportpark Vierhoeven had ieders voorkeur. Ook het Red Band Sportpark zou nog steeds de definitieve locatie kunnen worden.

(Tot zover deel 2 over RBC. Binnenkort wordt deel 3 gepubliceerd)


 

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.

Jouw reactie?


Martin Swinkels
06 november 15:11
Ondertussen wel koploper in hun klasse