Erik van Rooij komend seizoen trainer bij FC ODA. "Ik was de enige kandidaat"

FC ODA is al acht seizoenen op rij te bewonderen in de vierde klasse. De club heeft de ambitie om na een lange tijd vierde klasse te hebben gespeeld, weer terug te keren naar de derde klasse. Afgelopen seizoen, en ook dit seizoen speelt de Limburgse formatie een anonieme rol op dit niveau. In 2022 en 2023 bereikte het wel de nacompetitie maar tot promotie kwam het niet.

Met de gedachte om de club snel naar het gewenste niveau te tillen heeft FC ODA Eric van Rooij aangesteld als hoofdtrainer.
Hieronder een interview met de Eindhovense trainer uit de voetbalkrant van februari.

                                    "Voetbal kijken en ervaren is het allerleukste om te doen"

Erik van Rooij begint volgend seizoen als hoofdtrainer van FC Oda. De ervaren coach, die al op zijn vijftiende begon met trainen, kijkt uit naar de nieuwe uitdaging. “Het is een vereniging waar ik stappen kan maken, zowel met de jeugd als de senioren. De ploeg heeft veel kwaliteit, en de doelstelling is duidelijk: een stabiele derdeklasser worden.

“Ik was de enige kandidaat en in het gesprek met de technische commissie voelde het meteen goed. De plannen van de club sluiten aan bij mijn visie,” vertelt Van Rooij, die ooit in de jeugd van PSV speelde. De 54-jarige Eindhovenaar is al 38 jaar actief als trainer. Hij begon zijn loopbaan bij Brabantia en werkte daarna als jeugdtrainer bij onder andere VVV-Venlo, FC Eindhoven, SBC, en diverse andere verenigingen, waaronder: Budel, Dia, LRC en MVC’19.”

Waar ben je begonnen?
“Op 26-jarige leeftijd in de jeugd van Brabantia. Ik genoot ervan om met jonge spelers te werken en dat doe ik nog steeds. Ik probeer altijd te kijken wat er leeft bij de jeugd en daar iets mee te doen. Met voetbalcoachdiploma’s van het CIOS in Sittard (VC1, 2 en 3) en de KNVB in Zeist (VC4), heb ik een mooi cv opgebouwd. In totaal ben ik twintig keer met verschillende teams gepromoveerd. Ach, sportief succes is leuk, maar het draait bij mij om de ontwikkeling van spelers. Als ik zie dat jongens grote stappen maken, geeft me dit de meeste voldoening. Dat is waar ik trots op ben.”

Voetbal is voor jou meer dan alleen een hobby?
“Klopt. Het is een passie. Ik steek gemiddeld 20 tot 25 uur per week in het kijken en analyseren van wedstrijden. Daarom ben ik vaak op sportparken te vinden. Of ik nu naar mijn schoonzoon kijk of naar andere teams. Voetbal kijken en ervaren is het allerleukste om te doen. Mijn brede netwerk heeft me ook in contact gebracht met bijvoorbeeld FC Den Bosch, waar ik werd gevraagd voor scouting. Toch blijft het werken op het veld mijn grootste drijfveer. Ik geniet van alles wat met voetbal te maken heeft: samenwerken, analyseren en bouwen aan een team.”

En toen stond je plotseling buiten bij Schijndel?
“Ik werkte er met heel veel plezier, maar aan onze samenwerking kwam inderdaad onverwachts een einde. Het was vreemd hoe snel alles veranderde. Ik dacht dat iedereen tevreden was, maar ineens kwam er een telefoontje met slecht nieuws. Er was geen duidelijke reden en het viel me koud op mijn dak. Toch heb ik geen rancune. Je moet verder.’’

Maar toch gemengde gevoelens?
“Ja. We hadden een goede voorbereiding en speelden aanvallend voetbal. De jongens uit het tweede kregen kansen en er werd veel gescoord. Helaas kwam er bij de start van de competitie een terugval, mede door blessures. Maar ik had het naar mijn zin.”

Dus dan maar een ruime voorbereiding op het nieuwe seizoen?
“Tja, ik heb nu zeeën van tijd, die ik aan andere dingen kan besteden. Ik kijk veel wedstrijden, zowel op televisie als op live bij de diverse amateurclubs. Ik ga zo nu en dan bij mij schoonzoon kijken en in de tweede seizoenshelft ga ik de selectie van FC Oda en de onder-19 bekijken. Dat helpt om straks goed voorbereid aan de slag te gaan bij mijn nieuwe club.”

Wat is het mooiste aan het vak van trainer?
“Na bijna vier decennia in het voetbal kijk ik met trots terug. Ik heb bij zowel grote als kleine clubs gewerkt. Het mooiste vind ik niet de promoties, maar de vriendschappen en contacten die ik heb opgedaan. Dit is de echte waarde van dit werk. Samenwerken met mensen die net zo gepassioneerd zijn over voetbal, daar haal ik mijn voldoening uit.”