Een diepgaand interview met de familie Van de Donk: Sporten zit in dna van de ‘Donkies’

Deelacties:

(Door Willem-Jan Schampers)

In deze Kerstspecial – extra speciaal, omdat de interviews allemaal digitaal zijn afgenomen – staat de Valkenswaardse familie Van de Donk centraal. In de 86-jarige historie van SV Valkenswaard zijn er verschillende roemruchte familienamen, die een rol van betekenis hebben gespeeld: Van Daal, Wijnen, Fiers, Van Meurs én Van de Donk. Die van de ‘Donkies’ begint bij opa Jan en kreeg een voetbalvervolg via Christ, Henk, Ruud, Sander, Thom en Daniëlle.

Jan van de Donk ging als jonge gast werken bij Philips, in de zogeheten diamantboorderij (‘De Treksteen’) in Valkenswaard. Vandaar dat hij verhuisde naar Valkenswaard. Christ: “Dit was letterlijk naast het huidige hoofdveld van SV Valkenswaard. Omdat hij reeds in de horeca werkzaam was bij het café van Broer Dirkx en ik ging voetballen, kwam hij eigenlijk automatisch in de kantine terecht. Daar heeft hij ruim veertig jaar ‘versleten’. Voor al dit werk werd hij later benoemd tot Lid van Verdienste. Vroeger had hij wel bij Woensel gevoetbald, maar volgens mij daarna niet meer.”

Of Jan een goede voetballer was, weten Christ, Henk en Ruud eigenlijk niet. “Ons pap speelde bij Woensel in het vierde elftal en was net als Ruud een speler die het nogal eens aan de stok had met de tegenstander en de scheidsrechter. Ik heb me laten vertellen dat hij er wel eens ‘vanaf’ is gestuurd. Bij de Van de Donk-familie waren er wel meer voetballers. Volgens mij heeft ome Joop zelfs nog bij PSV gespeeld. En wat werken betreft: je werkte bij Philips óf bij de PTT. Bij ons thuis hadden we ook alleen maar spullen van Philips. Iets Japans kwam er niet in! Ik heb dat later ook overgenomen. Haha!”

Groter en sneller
Christ (64) bleek al vroeg een technisch vaardige speler te zijn. Bij SV Valkenswaard en op de Sint-Anthoniusschool liet hij veelvuldig zijn kwaliteiten zien. “Ik heb in alle selectie-elftallen gespeeld en soms wel eens een team ‘overgeslagen’. Toen ik in de hoofdklasse speelde (toentertijd het hoogste jeugdelftal van SV Valkenswaard, dat op zondagmorgen speelde tegen onder meer PSV en FC Den Bosch, red.) werd me verteld dat mensen van EVV Eindhoven voor me kwamen kijken. Bleek het om Johan Daams te gaan… Ach, als ik wat groter en sneller was geweest, dan had ik misschien wel het betaald voetbal kunnen halen. We zullen het nooit weten…”  

Zijn jongere broer Henk (60) had wellicht wel betaald voetbal kunnen spelen, maar hij koos er zelf voor om deze kans voorbij te laten gaan. “Op mijn zestiende kon ik samen met Remy Renierse naar EVV Eindhoven. Ik zag het echter niet zo zitten om op mijn fietsje iedere week een paar keer op en neer naar Eindhoven te rijden. Bovendien hadden we bij Valkenswaard een heel goed elftal en werden elk seizoen kampioen. Ik hoefde dus niet zo nodig weg.”

Kampioen
Op zijn zeventiende debuteerde Henk in het eerste elftal, waarin Christ toen al enkele jaren speelde. “Ik heb veel trainers gehad, maar niet altijd hele goeie”, oordeelt Henk  “Uiteindelijk werden we in 1986 kampioen in de derde klasse. We hadden een heel goed elftal en speelden bijna het hele seizoen in dezelfde samenstelling: Peter van Daal in het doel en verder Johan van Ginkel, Wil Tops, Patrick Theeuwis, Erik van Hooff, Paul van de Palen, Gerrit Pas, Tommy van den Dungen, Kees Smits en onze Christ en ik. Trainer was Huub van Gulik, in het dagelijks leven sportinstructeur in het leger. Het was een jaar om nooit te vergeten, want drie dagen voordat we kampioen werden, zijn Monique en ik getrouwd.”  

Dus een dag na het huwelijk werd er ‘gewoon’ getraind. “Monique was gelukkig zelf ook fanatiek, dus die vond het helemaal prima”, grinnikt Henk. “En het is allemaal niet voor niets geweest.” Omdat in de jaren erna het elftal langzaam uit elkaar viel (spelers stopten of gingen ergens anders hun geluk beproeven, red.), speelde Henk ook nog tien seizoenen bij RKVV Dommelen. “Ook dat zijn prachtige jaren geweest.

Op een gegeven moment werden Sander en Thom lid van SV Valkenswaard en ben ik teruggegaan. Op mijn 45ste ben ik met het derde nog kampioen geworden.”

Zaalvoetbal
Waar Christ het trainersvak is ingerold, heeft Henk dit nooit geambieerd. Christ: “Ik ben hoofdtrainer van SV Valkenswaard geweest en momenteel zit ik in de Voetbaltechnische Commissie (VTC). Daarnaast heb ik ook het tweede elftal van Rood Wit V. getraind en was jarenlang coach in de zaal. Onder meer bij OS/Alwako, waar Henk en ik ook als speler de nodige successen hebben gevierd.” Henk valt zijn broer bij: “We hebben allebei op hoog niveau gespeeld. Prachtige wedstrijden in de altijd bomvolle Amundsenhal, met toeschouwers die bijna op de zijlijn zaten. De meeste teams kwamen niet graag naar Valkenswaard!”

Henk was bestuurslid technische zaken bij de jeugdafdeling van SV Valkenswaard en samen met zijn vrouw Monique ook diverse jaren lid van de jeugdcommissie. Nu zijn ze trouwe supporters van het eerste elftal (Thom) en het tweede, waar Sander bij betrokken is en zelfs – ondanks blessureleed – weer zijn rentree heeft gemaakt. Door corona ligt nu alles stil en dat vinden ze allemaal heel jammer. Christ: “Ik kan wel zonder voetbal, denk ik, maar mis het absoluut. Zeker ook het bezoeken van de wedstrijden van Daniëlle in Engeland. Ik ben hartstikke trots op haar, ook op mijn andere dochter trouwens.” En dan met een knipoog: “Evi wordt wel eens vergeten, maar we zijn ook heel blij met haar!”

Gewonnen
Voor de jongste broer Ruud (54) begon het ook allemaal op jeugdige leeftijd. “Eindelijk mocht ik ook gaan voetballen. Ik weet nog dat Peter van der Heijden me vroeg of ik stopper of midvoor wilde zijn. Ik wist niet wat dit was, dus zei ik maar: ‘Midvoor’. Achteraf had ik beter stopper kunnen zeggen, want dan was het misschien nog iets geworden. Haha! Nadeel voor me was dat Christ en Henk, die allebei in het eerste elftal speelden, zo’n goede lichting hadden, dat je daar bijna niet tussen kwam. Echt erg vond ik dit niet, want ik zat liever achter de meiden aan en die wedstrijd heb ik zeker gewonnen van ze!”

Of Ruud ook daadwerkelijk het eerste elftal had kunnen halen, is niet helemaal duidelijk. “Volgens de kenners zou ik de beste van de drie worden en dit klopt ook, want ik ben best een goede kerel. Met de nadruk op 'best'. Ik ben getrouwd met Mariëlle Timmermans en heb twee dochters. Joëlle en Joy hockeyen bij HOD. Respectievelijk in A1 en B1. Ach, omdat moeders bij De Valk heeft gevoetbald, leek het me beter om ze maar op hockey te doen! Ik kom nog maar zelden bij SV Valkenswaard en ben – om redenen, waarover ik verder niet wil uitweiden – geen lid meer. Het geelblauwe bloed is echter wel altijd blijven stromen.”

Ruud was meer zaal- dan veldvoetballer (‘Misschien wel net zo als onze Christ’). “Ik stond bijna iedere week in de krant. Een minpuntje was dan wel dat er stond ‘Rudi van de Donk, het jongere broertje van baltovenaar Christ van de Donk’. Ging hij er weer mee lopen, ons Chrisje! Moet er wel eerlijk bij zeggen: ik heb in al die jaren geen betere zaalvoetballer gezien dan hem. Het was gewoonweg genieten als hij aan de bal was! Henk was ook een geweldige zaalvoetballer, maar meer verdedigend. Jammer dat het zaalvoetbal niet meer zo leeft als in onze tijd. Ik wil trouwens wel even kwijt dat ik met FCV nooit heb verloren van Alwako. Niet als speler en niet als coach!”

Popelen
Zijn we aanbeland bij de jongere generatie: Sander (28) en Thom (26), de zonen van Henk en Monique. Zij verdedigen al vele jaren de geelblauwe kleuren. In de jeugd en in het eerste elftal. Mede door blessures traint/speelt Sander tegenwoordig in het tweede; Thom is – na omzwervingen bij Gestel, Lommel, UNA en Nuenen – weer de topscorer van de Bosuilen. Sander: “Ik speel vanaf mijn vijfde bij Valkenswaard. In de F-jes begonnen, samen met Daniëlle. Bij trainer Arnold Gerits. Opa Jan kwam altijd kijken. Hoogtepunt in de jeugd was het kampioenschap in de B1, met trainer Gerrie Jansen.”

Op zijn zestiende maakte Sander zijn debuut in het eerste. Onder leiding van ome Christ… “Enkele jongens uit B1 hadden hun debuut al gemaakt, dus ik stond te popelen. In de uitwedstrijd bij directe concurrent Bladella mocht ik een half uur invallen. Het was nog 0-0 en ik kreeg dé kans om de 0-1 te maken, maar schoot voor een leeg doel naast. Spanningen? Wellicht. Daarna werd ik overlopen door de spelers van Bladella, stond ik op drie verschillende posities en verloren we uiteindelijk met 1-0. Vlak voor tijd werd ik er weer uitgehaald! Bedankt ome Christ! Haha!”

Het kampioenschap in de derde klasse, in het seizoen 2011-2012, was voor Sander het hoogtepunt als speler van het eerste elftal. “Het dieptepunt volgde echter helaas direct de twee jaren daarna, met degradatie naar de derde én zelfs naar de vierde klasse. We werden in de vierde klasse overigens direct weer kampioen. Ik speelde samen met Thom, onder leiding van trainer Pascal Penning. Door diverse knieblessures en operaties, is het de laatste jaren vooral sukkelen geweest. Ik probeer het nu weer voorzichtig bij het tweede. Helaas gaat nog niet elke training pijnvrij."

Leerzame tijden
Op jonge leeftijd gingen Sander en Thom altijd naar vader Henk kijken, als hij op vrijdagavond moest zaalvoetballen met Alwako. Maar ook naar ome Rudi, die destijds coach was van FCV/Kiekerjan en ome Christ, die op de bank zat bij OS/Alwako. “Toen er verschillende jeugdteams bij Alwako kwamen, besloten wij hier ook te gaan spelen. Dit waren leuke, leerzame tijden. Ook al moesten we soms op een maandagavond naar Goes en woensdagavond naar Vlissingen, om vervolgens met nul punten naar huis te gaan. Waar Thom het moet hebben van zijn snelheid en acties maken, moet ik het hebben van mijn spelinzicht en winnaarsmentaliteit. Een andere verschil zijn de blessures. Waar ik veel knieblessures heb gehad, heeft Thom gelukkig – afkloppen – nauwelijks blessures gehad.”

“Mijn carrière bij SV Valkenswaard kun je onderverdelen in verschillende perioden”, aldus Thom. “Van de jeugd tot aan het eerste vertrek, de tussentijdse terugkomst en de definitieve terugkomst. In die perioden is er eigenlijk van alles gebeurd. In de jeugd startte ik met voetballen onder Arnold Gerrits. Hij is mij altijd bijgebleven, ook omdat hij in de latere jaren nog altijd naar de club kwam, om naar zijn (oude) pupillen te kijken. In de jaren daarna speelde ik veelal met jongens die vandaag de dag nog mijn vrienden zijn.”

Het hoogtepunt was toch wel een avondwedstrijd in de E1, thuis tegen PSV. “Er stond nogal wat publiek langs de kant en we wonnen met 4-3. Die wedstrijd scoorde ik alle doelpunten en Joris Hermans heeft het nog steeds regelmatig over de drie assists die hij als keeper gaf!” Al snel daarna vertrok Thom naar de jeugd van FC Eindhoven, waar hij in de D- en C-jeugd speelde. “Helaas was het geld bij de club op en moest alle jeugd verkassen. Natuurlijk kwam ik terug bij SV Valkenswaard. Daar speelde ik nog in de B1 en één jaartje A1 voordat ik in de selectie terecht kwam. Onder ome Christ maakte ik mijn debuut.”

Stage
De eigenzinnigheid die Henk, en vooral Christ kenmerkt, zit ook wel in de voetballer Thom. Hij bepaalt zijn eigen richting en trekt zich niks aan van wat anderen hiervan vinden. Zo vertrok hij bij SV Valkenswaard om het – een stapje hoger – te proberen bij VV Gestel. ‘Wat gaat hij daar doen?’, vroeg menigeen zich af, maar hij werd er kampioen en zijn goede spel leverde hem een stagetraining op bij Lommel United. “Ik mocht er instromen bij de beloften. In de voorbereiding heb ik met het eerste meegespeeld en gescoord tegen AA Gent. Helaas kwam het daarna nog maar tot één invalbeurt en raakte ik geblesseerd. Na de winterstop was de kans op spelen zo klein, dat ik eieren voor mijn geld koos en weer lekker naar SV Valkenswaard terugkeerde.”

Lekker weer even terug op het oude nest, maar toch wilde Thom het nog een keertje proberen op een hoger niveau. “Bij UNA kwam ik bij een prachtige vereniging terecht waar ik het eerste jaar ook flinke stappen zette. Bijna iedere wedstrijd mocht ik invallen en we promoveerden naar de tweede divisie. Het jaar daarna had ik meer speelminuten verwacht, maar het bleef voornamelijk bij invallen. Mede op advies van de nieuwe trainer, vertrok ik naar RKSV Nuenen. Zo bleef ik toch in de picture en kon ik op hoofdklasse-niveau minuten maken.”

Daar viel alles weer op z’n plek. In zijn eerste jaar scoorde Thom 24 keer. “In het tweede seizoen besloot de nieuwe trainer, Jan Poortvliet, om een ander systeem te spelen. In plaats van 4-4-2 ging hij 4-3-3 spelen, met mij in de punt van de aanval. Het scoren werd wat moeilijker en in mijn hoofd was ik al bezig met een wereldreis die ik zou maken. Met twaalf doelpunten vertrok ik naar Nieuw Zeeland. Ik had toen al voor mezelf besloten dat ik na mijn terugkomst weer bij SV Valkenswaard zou gaan spelen. De reden? De afstand, drukke werkzaamheden én natuurlijk Pascal Penning als assistent-trainer…"

De ‘Donkies’ hebben één ding absoluut gemeen: ze kunnen geen van allen tegen hun verlies. Daarnaast zijn er ook verschillen. Christ en Thom lijken wel enigszins op elkaar: frivool, technisch, soms dramatisch, soms fantastisch. En ook Henk, Sander en Daniëlle hebben wel iets van elkaar: hard in de duels en een prima wedstrijdmentaliteit. En Ruud? Die heeft van alles wel een beetje. Daniëlle: “Ruud was, naar ik heb gehoord, een snelle rat. Haha! Ik heb dezelfde mentaliteit als Sander: die kwam soms doodziek thuis, maar wilde toch spelen. En van mijn oud-ploeggenoten bij Valkenswaard heb ik ook wel het nodige geleerd. Die ontzagen mij niet, omdat ik een meisje was en qua felheid, duelkracht en techniek heb ik daar best veel opgestoken.”

Daantje
Zonder twijfel is zij het meest bekende lid van de Van de Donk-familie. Daniëlle (28) begon haar voetbalcarrière op vierjarige leeftijd bij SV Valkenswaard. Later maakte ze de overstap naar UNA. In de zomer van 2008 ging ze naar Willem II, om te gaan spelen in de eredivisie. Na drie seizoenen stapte ze over naar VVV-Venlo, om na één seizoen de transfer te maken naar het nieuwe team van PSV/FC Eindhoven. In 2015 werd ze gecontracteerd door het Zweedse Kopparbergs/Göteborg FC, van waaruit ze al na een half seizoen de overstap maakte naar Arsenal WFC. Daniëlle speelde al meer dan honderd keer (!) voor het Nederlands elftal en werd met Oranje in 2017 Europees kampioen. Vorig jaar stond ze ook in de finale van het WK.

“Zoals eerder al gezegd door Sander, zijn we samen begonnen bij SV Valkenswaard, waar Arnold Gerits onze eerste trainer was. Hij was ook een van mijn meest bijzondere trainers. Hij kwam vaak kijken, ook later nog toen ik ouder was. Altijd samen met zijn vrouw Ria. Daarnaast ben ik vooral heel dankbaar voor de trainers, die mij als één van de jongens zagen en mij ook zo behandelde. Het was toentertijd namelijk nog niet vanzelfsprekend dat een meisje in een selectie-elftal mocht spelen. En de spelers natuurlijk. Ze kwamen altijd voor mij op! Ondanks dat er al lang niet meer speel, voel ik me nog steeds een échte Bosuil.”

Toekomstwensen
Voor de ‘Donkies’ staat 2021 voetballend gezien in het teken van fit worden én blijven (Sander), maar vooral ook om Daniëlle te zien schitteren op de Olympische Spelen. Sander: “Mijn vriendin en ik zouden dit jaar samen naar de Olympische Spelen gaan. Onder meer als supporter van Daantje. Helaas is dit niet doorgegaan maar we hopen in 2021 wél te kunnen gaan. Sander krijgt uiteraard bijval van de rest van de familie. Christ: “Ergens ben ik stikjaloers op mijn dochter. Haha! Wat zij nu heeft bereikt, had ik ook graag gewild. Met voetbal en haar studie heeft ze de top gehaald. Dat is hartstikke knap. Ach, nu geniet ik er misschien nog wel meer van…”

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.

Jouw reactie?