Column Noud van Buul: De trainerscarrousel

Deelacties:

Binnenkort gaat de stoelendans weer beginnen 
Zelf startte ik mijn carrière bij Knegselse Boys. Ab van Balen was er een gedreven voorzitter die zelf betaald voetbal gespeeld had en het wel met mij aandurfde. Dus ik maakte mijn debuut als trainer op vierentwintig jarige leeftijd. Jan Dekkers was trainer bij de Boys en hij vervolgde zijn carrière bij RKVV Bergeijk. Jan benaderde mij om assistent-trainer en trainer van de A junioren te worden bij Bergeijk en daar ik het volste vertrouwen in hem had stemde ik toe. Geografisch gezien was de volgende stap niet groot: Joep Kuijken was voorzitter bij Terlo en vroeg mij om daar hoofdtrainer te worden. Meester Joep had zijn zaakjes goed op orde en het was voor mij een mooie periode op ’t Loo. Maar na drie seizoenen vond ik het tijd worden voor iets anders.

Ik  schreef een “sollicitatiebrief van drie regels” en vertrok naar Reusel Sport. Paul Huybrechts bestuurslid en selectiespeler bij Reusel Sport en later mijn zeer gewaardeerde assistent-trainer bij RKVV Bergeijk zei “Aan de hand van je “brief” ben je het niet geworden.” Ik kwam bij Reusel op gesprek en het gehele bestuur was vertegenwoordigd. Na twee jaar bij de grensbewoners kon ik bijtekenen maar er waren geruchten dat twee andere clubs waar ik wel trainer wilde worden belangstelling hadden.

Ik vroeg in Reusel twee weken bedenktijd en in die periode meldde DBS zich die op mijn lijstje stond. Het voltallige DBS bestuur was op vrijdag bij het gesprek aanwezig en ook sponsor “de Witte” van Elderen meldde zich nog en er heerste een en al positivisme. De volgende ochtend – ik had nog een ingelaste training om mijn Reusel Sport keeper te testen – had Albert Pouwels (penningmeester DBS) tijdens de training al naar de Reusel kantine gebeld of ik hem even terug wilde bellen. Ik bleef drie jaar in Strijp, behaalde mooie ereplaatsen, periodetitels waren er in die tijd nog niet, maar ik werd geen kampioen. In het derde seizoen in Strijp kwamen Kees Moeskops – voorzitter – en Huub Klaassen – bestuurslid – van RKVV Bergeijk bij mij in Knegsel en ik gaf mijn woord. Na mijn tweede seizoen bij RKVV Bergeijk werd ik benaderd door Jos Hermsen, secretaris bij Rood Wit ’67, en vertrok voor twee succesvolle jaren naar Budel Dorplein. Mijn gesprekspartners waren Jos, Jack Sëntiens en Wiel Engelen, de drie personen die het dagelijks bestuur vormden. In het tweede seizoen daar werd ik benaderd door Jos de Bont, hij was voorzitter bij DBS geworden. En wij kwamen tot een akkoord. Zes seizoenen verbleef ik weer in Strijp. Na drie seizoenen werden we kampioen in de 1e klasse en vervolgens waren we nog drie jaar een prima middenmoter in de hoofdklasse. In die tijd was de hoofdklasse het derde niveau in Nederland. Mooie resultaten met dank aan bestuur, teammanager Theo Baak, staf en spelers!

Daarna kwam ik voor twee seizoenen bij RKSV Nuenen verzeild. René Luining was mijn voorganger bij Bergeijk en zat in de commissie Technische Zaken in Nuenen. Daar heb ik waarschijnlijk deze belangstelling aan te danken. René, Hans Waterschoot en Toon van Hout vormden deze commissie en we waren er snel uit. In november van mijn laatste seizoen vroeg Hans wat mijn toekomstplannen waren op trainersgebied: ik besloot bij RKSV Nuenen te stoppen; een periodetitel maar ik had er meer van verwacht.
Jan Aarts -hoofdsponsor van Veloc- ontving mij met open armen. Dus twee seizoen naar de Locatellistraat. Het eerste jaar bereikten we de nacompetitie voor promotie maar het tweede jaar verliep desastreus: met dank aan collega trainer / vriend John Huisman die deed zijn sportieve plicht en zo konden we degradatie voorkomen omdat zij wonnen van een mededegradatiekandidaat. Toch had ik bij Jan voor een derde seizoen toegezegd maar op Koninginnedag 2001 werd ik bij Jan op kantoor verwacht met mijn assistent Wim Dielissen. Vanwege negatieve invloeden van “De Vijfde Colonne” besloot Jan te stoppen. Jan betaalde onze vergoeding en Wim en ik stopten ook; we waren solidair met de sponsor.

Na een sabbatical van een seizoen pakte ik de draad weer op. Teammanager Ton Janssen van vv Dongen was ook werkzaam bij Defensie als burger en belde mij op “we hebben negen sollicitanten maar de goeie zit er volgens mij niet bij.” Of ik mij beschikbaar wilde stellen als hoofdtrainer bij vv Dongen. Na een gesprek met Ton en nog twee functionarissen ging ik naar Dongen. Gelijk in het eerste seizoen in Dongen stond de voorzitter van Rood Wit V, Wim van de Berk, op de stoep; hij had mandaat binnen het bestuur om op zoek te gaan naar een nieuwe hoofdtrainer. Ik wilde geen handjeklap met Dongen en kwam gelijk tot een overeenkomst met Rood Wit  V. Ik verbleef drie seizoenen in het Veldhovense; we werden kampioen en een jaar later misten we op een haar na de promotie naar de hoofdklasse. Tiny Wijnen, de man Technische Zaken van De Valk diende zich aan en ik vertrok voor een viertal succesvolle jaren naar het Valkennest. Ongeslagen kampioen in de tweede klasse en het jaar daarop promotie naar de hoofdklasse.

Vervolgens meldde FC ODA zich in de persoon van Jos Kirkels, die ik nog kende van mijn stageperiode bij Helmond Sport en functionaris bij Wilhelmina ’08. Ik had een prima gesprek met Jos maar ik hakte de knoop pas door en na het tweede gesprek met ook voorzitter Gerald Verbeek en bestuurslid Andre daarbij.  Een fijne periode waarin we de club brachten van de kelder van de 4e klas naar de 3e klas. Ik gaf daar het stokje over aan mijn assistent Danny Blankers en werd door De Valk voorzitter Theo Lavrijssen gevraagd om assistent-trainer van de selectie en jeugd coördinator te worden. Ik zegde voor een seizoen toe.

Daarna vroeg vooritter Peter Verberne mij om naar Mifano te komen en ik ging naar Mierlo voor één jaargang. We hadden pas laat in het seizoen besloten om in de pers te brengen dat ik zou vertrekken; daarbij bracht ik mezelf een beetje in moeilijkheden. RKSV Heeze stond nog te boek als “trainer onbekend” dus ik besloot Ad Snoeijen te bellen die bij mij bij De Valk gespeeld had en teruggekeerd was bij Heeze. Ik zeg: “Ad zijn jullie misschien nog op zoek naar een iets oudere oefenmeester die waarschijnlijk toch wel wat verstand heeft van het spelletje, dan....?” Ad zegt dat de selectie – met ook Mark Claasen en Tom Krieckaert, die ik voorheen ook bij De Valk onder mijn hoede had – positief over mij gesproken hadden maar dat Marius Methorst  (schoonvader van Ad) hoofdtrainer wilde worden. Prima. Maar de volgende dag belde Ad al terug dat Marius mijn assistent wilde worden. Ik had een gesprek met Marius en het klikte meteen en drie dagen later had ik een gesprek met het bestuur. De zaterdagmorgen daarop, terwijl ik stond te genieten van Rood Wit V E1, belde bestuurslid technische zaken Fred Doezé van Heeze of ik dezelfde dag de zaak nog rond kwam maken. Voorzitter Paul Krieckaert, Fred en ik waren er snel uit en ik geloof niet dat we daar spijt van gehad hebben ……

Ervaringen
Is dat het hele verhaal? Nee, eigenlijk niet en voordat bekende beginnen te reageren zal ik nog enkele andere waar gebeurde voorvallen vertellen. Na mijn vertrek bij Terlo werd ik gebeld door een voorzitter van een 4e klasser. Ik kwam op gesprek bij het voltallige bestuur; het zag er goed uit maar zij hadden tot dan slechts een onkostenvergoeding over die de helft was van mijn vergoeding bij mijn vorige club; dus ik vertrok naar Reusel Sport, een kwalitatief betere club met meer mogelijkheden. Twee bestuursleden van een derde klasser stonden ineens op de stoep maar ik had een doorlopend contract. Ik had een prima gesprek met twee bestuursleden van een andere derde klasser maar ik besloot om naar De Valk te gaan.
Een domper, organisatorisch gezien, maakte ik mee in gesprek bij een vierde klasser. De voorzitter belde mij op, in de bestuurskamer had ik een gesprek met zeven bestuursleden en vervolgens werd ik verwacht in de aanpalende kantine waar vijf spelers van het 1e en 2e elftal mij “door mochten zagen” terwijl een andere trainerskandidaat enkele meters vanaf het tafeltje zijn beurt afwachtte. Maar over de gehele periode gezien is alles op zijn pootjes terechtgekomen ...
Diverse clubs zeggen dat het een pré is als de hoofdtrainer “ook zijn gezicht bij de junioren laat zien.” Gedurende mijn trainerscarrière heb ik zeker 75% van veelal A junioren competitiewedstrijden gezien. Daar heb ik ook regelmatig profijt van gehad: een talentvolle speler een jaar eerder overbrengen naar het vaandelteam van de club.

De clubs zullen het nu al wel op de agenda hebben staan:
* Verlengen we met de hoofdtrainer of gaan we voor een nieuwe trainer aan het roer.
* Bij verandering: hoe ziet de profielschets er uit. Past hij bij onze selectie.
* Als de selectie nagenoeg intact blijft: wat verwachten de spelers van de trainer!
* Wie gaat de kar trekken; heeft de voorzitter mandaat of stellen we een kundige commissie
   van twee of drie personen samen die de opvolger voordraagt binnen het bestuur.
* De “advertenties” staan straks natuurlijk weer op de site van de VVON en
   Amateurvoetbaleindhoven maar als bestuurder zou ik er voor kiezen om zelf te benaderen:
   beginnende met kandidaat 1 en mocht dit geen resultaat opleveren de zoektocht uit te
   breiden met kandidaat 2 en eventueel een vervolg daarvan.
* Een trainer uit het betaalde voetbal zei eens: een goede koe is niet altijd een goede boer en
   een goede boer is niet altijd een goede koe …..    

Bij verandering: 'veel wijsheid en succes om de kroonprins binnen te hengelen!'

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.

Jouw reactie?