Arbër Gjoka is als trainer van ‘lastig’ Tivoli strijdbaar: ‘Ik loop niet weg’

We gaan zondag eens een kijkje nemen bij de wedstrijd tussen Tivoli en Sterksel. Dit keer dus eens niet een duel tussen twee titelkandidaten, maar juist twee ploegen die al weer enkele jaren in de ‘kelder’ van het regionale amateurvoetbal bivakkeren. In onderstaand artikel een interview met Arbër Gjoka, trainer van rode lantaarndrager Tivoli. Hoe is het om bijna elke week te hopen op genoeg spelers?

Door Willem-Jan Schampers
Na twaalf jaar PSV/av, waarvan negen jaar als speler en de laatste drie seizoenen als assistent van hoofdtrainer Stephan Wijlaars, was het voor Gjoka wel even wennen bij Tivoli. Niet alleen voor het eerst op eigen benen, maar ook in situatie waarbij hij moest bouwen aan een compleet nieuwe selectie. “Toen ik in juni 2024 begin, waren er eigenlijk nog maar twee spelers over. De rest was gestopt of opgestapt. Ik moest dus op zoek naar nieuwe spelers. Via de media en contacten in binnen- en buitenland hadden we op een gegeven moment een ploeg bij elkaar. Kwantitatief waren we dus klaar…”

Gjoka – zelf ooit prof in Albanië en Duitsland – erkent dat het geen ideale start was voor een beginnend hoofdtrainer. “Omdat het al juni was, moesten we het hebben van jongens die geen club hadden of in het buitenland speelden. Dit wist ik toen ik aan deze klus begon, maar het is heel lastig werken met een compleet nieuwe selectie, met spelers die elkaar niet of nauwelijks kennen. Ook op vijfde klasse -niveau. Bovendien heeft Tivoli geen JO19 en JO17, dus is de spoeling om, bij blessures of schorsingen, een beroep te doen op andere spelers, bijzonder dun. Ik heb zelfs diverse keren jongens van JO15 moeten opstellen!”

Doelman
Dit verklaart voor een groot deel waarom Tivoli pas drie punten heeft. Gjoka: “Bovendien zijn we door de KNVB een paar keer bestraft met puntenaftrek, omdat we geen volledig team op de been konden brengen. Heel vervelend, maar het was pure overmacht. Op een gegeven moment is onze doelman gestopt en moest ik tegen Woenselse Boys een jongen van JO16 in het doel zetten. Die raakte tijdens de warming-up geblesseerd, waardoor een veldspeler heeft gekeept. We kwamen met 3-0 achter, maar speelden uiteindelijk nog met 3-3 gelijk. Dat dan weer wel!”

Met de mentaliteit van de spelers die er nog wél zijn, zit het dus wel goed, aldus Gjoka. “Ik durf zelfs te beweren dat als we de gehele competitie compleet waren geweest, dat we misschien zelfs bij de eerste drie ploegen hadden gestaan. We hebben echter zo’n smalle selectie, dat elke blessure een groot probleem is.” Als voorbeeld noemt Gjoka Cemsu Kartal. “Een prima speler, die op hoog niveau heeft gespeeld. Maar als hij op een gegeven moment met drie jongens van vijftien jaar op het veld staat, is voor hem de zin snel over. Ergens begrijp ik dat wel.”

Verantwoordelijkheid
In tegenstelling tot enkele spelers, weigert Gjoka echter de handdoek in de ring te gooien. “Ik loop niet weg voor mijn verantwoordelijkheid als trainer. De club en de spelers die wél elke week komen trainen en spelen, kunnen hier ook niks aan doen. We moeten dit seizoen netjes afmaken en dan gaan werken aan een bredere en betere selectie. Op termijn wil ik met Tivoli een stabiele vierdeklasser worden. Ik heb dan ook al mondeling toegezegd dat ik blijf. We moeten het nieuwe contract nog tekenen, maar ik laat de club nu niet in de steek.”

Het tekent de mens én de trainer Gjoka, die eenzelfde mentaliteit ziet bij de trainer van Sterksel, de tegenstander van komende zondag. “Ik heb met Peter (Treffers, red.) uitgebreid gesproken na de eerste wedstrijd tegen Sterksel en hij staat er hetzelfde in. Daar kan ik alleen maar veel waardering voor opbrengen. Hij moet ook roeien met de riemen die hij heeft en speelt zelf nog wel eens mee. Als het nodig is, zelfs als keeper. Zover wil ik niet gaan. Ik ben weliswaar nog hartstikke fit, maar ga niet meer meevoetballen. Ik ben trainer, geen speler.”

Nieuwe spelers
Aan het einde van dit interview, wil Gjoka graag nog een oproep doen. “We zoeken spelers – in ieder geval ook een doelman – die het een uitdaging vinden om bij Tivoli te komen spelen. Met eventuele kandidaten wil ik graag een gesprek. We streven naar een gelijkwaardige selectie van vijftien à zestien spelers. Het liefst natuurlijk meer, maar dat zou al een mooi begin zijn. Geïnteresseerden kunnen zich melden via: secretaris@svtivolivoetbal.nl. Maar zondag eerst tegen Sterksel! Het wordt tijd dat we weer eens een keertje winnen…”