Ambitieuze Tommy Franse wil op termijn op eigen benen staan

Als speler haalde Tommy Franse een heel aardig niveau. Hij verdedigde de kleuren van onder FC Eindhoven BVO, Geldrop en Nuenen en stond te boek als een zeer gedreven en technische voetballer. Ook als trainer is hij ambitieus, maar kiest daarbij de weg der geleidelijkheid. Eerder was hij assistent-trainer bij tweedeklasser Nieuw Woensel; nu op 3e klasse niveau bij Wilhelmina Boys. “Goed mijn oren en ogen de kost geven en dan straks op eigen benen.”

Eerst wil Franse echter nog zijn trainersdiploma UEFA-B halen. “Ik wil me graag verder ontwikkelen als trainer en om op het niveau te mogen acteren als trainer wat ik ambieer, heb ik in ieder geval UEFA B nodig. Als speler en als mens heb ik denk ik wel een goede naam opgebouwd, maar als trainer moet ik me nog bewijzen. Ik denk dat ik het beste tot mijn recht kom op een wat hoger niveau, maar snap ook dat ik ergens moet starten en voel me zeker niet goed genoeg voor deze stap. Ik merk dat het soms best moeilijk is om mijn eigen denkwijze over voetbal aan te passen naar het huidige niveau waar ik werkzaam in ben, maar dat is ook wel weer een uitdaging en leerproces, aangezien niet iedereen dezelfde bagage heeft. Al moeten spelers het uiteindelijk op het veld toch zelf doen. Ik kan ze daar hoogstens in begeleiden.”

Het lijkt zo’n dooddoener, maar ook Franse merkt dat de huidige generatie van amateurvoetballers lang niet meer zo bevlogen is dan voorheen. “Vroeger was echt niet alles beter, maar de mentaliteit is wel veranderd. Natuurlijk heb je uitzonderingen, maar spelers laten er minder voor dan vroeger. Ze gaan op zaterdag geregeld op stap, met een aantal drankjes, zijn op zondag niet aanwezig vanwege een geplande vakantie of slaan een training over, omdat er een etentje van oma is. Kijk, dat je voor je werk of studie naar het buitenland moet, snap ik, maar er zijn ook veel zaken die anders geregeld zouden kunnen worden. Als je in een selectie elftal wilt spelen, heb je ook verplichtingen. Als spelers beseffen hoeveel tijd onze staf en de vrijwilligers steken in het team en de club denk ik dat ze erg schrikken."

Laag
Franse heeft het bij Wilhelmina Boys super naar zijn zin. Hij traint er het tweede elftal, spelend in de reserve hoofdklasse, en is assistent van hoofdtrainer Toon van der Loo. “Voor de buitenwacht is het misschien vreemd dat we, na degradatie uit de tweede klasse, opnieuw laag staan geklasseerd, maar wij vinden dit minder verrassend. Vorig jaar raakten we de nodige doelpunten en routine kwijt en ook dit seizoen hebben we te maken gehad met het vertrek van een aantal ervaren jongens. Vier of vijf spelers die ik vorig jaar in het tweede had, staan nu in het eerste elftal. Een goede ontwikkeling, maar het kost de nodige tijd voordat dit gaat lopen. Daardoor vallen de resultaten nog wat tegen.”

Met name de wisselvalligheid van de jeugdige groep speelt het elftal parten, zegt Franse. “De ene week winnen we met goed voetbal van Unitas’59 en de andere week gaan we onderuit tegen Dommelen, dat tot op dat moment pas één punt had. Het zijn heel vaak individuele fouten die ons de das om doen. Het verval is nog iets te groot. Gelukkig hebben we momenteel WODAN, Spoordonkse Boys, Dommelen en Hapert nog onder ons staan. Aan ons de uitdaging om dit zo te houden. Om te kunnen bouwen, is het mijns inziens immers wel zaak dat we minimaal in de derde klasse blijven.”

Stabiel
Vooralsnog gaat Franse er van uit dat Van der Loo en hij ook komend seizoen voor de groep staan. Hierover komt binnenkort meer duidelijkheid. “De club gaat een mooie toekomst tegemoet. We hebben een talentvolle JO19-1 dat in de hoofdklasse al tien punten los staat op de nummer 2. Deze jongens moeten echter wel de kans krijgen om langzaam te wennen aan het niveau van de senioren. Dan weet ik zeker dat we een stabiele derdeklasser kunnen worden. Zondag komt Sparta’25 op bezoek en ik verwacht dat we zeker een kans maken. Als we ons eigen spel spelen en er vol voor willen gaan.”

© 2024 Amateurvoetbal Eindhoven, op dit artikel rust copyright.